






De kracht van en de nood voor tijd
Observaties van een studiedag door Gabrielle Kawa.
Gabrielle Kawa is doctoraatsonderzoeker aan de Vrije Universiteit Brussel bij VUB Architectural Engineering. Haar onderzoek wordt begeleid door promotoren Waldo Galle en Niels De Temmerman en is gefinancierd door VUB Architectural Engineering.
Op 13 maart 2025 vond de studiedag Het Moment plaats, georganiseerd door Archipel vzw en Maalstroom in de Leiekaai ateliers van de KU Leuven. Een dag vol inspirerende workshops en presentaties over de rol van tijdelijkheid in architectuur. Organisaties als Bebe Books, Leon, Valentijn Goethals, Verloren Bekisting, VROOMM.collectif en Club Dérive brachten elk op hun manier een blik op hoe tijd en ruimte in architectonisch ontwerp kunnen worden ingezet. Wat deze initiatieven bindt, is de gedeelde overtuiging dat tijdelijkheid niet slechts een overbrugging is tussen vaste stadia, maar een kans om ruimte op een nieuwe manier te ervaren en te benutten.
Architectuur wordt traditioneel geassocieerd met stabiliteit en permanentie, maar de stedelijke omgeving verandert voortdurend. Bewoners, gebruikers en externe factoren zorgen ervoor dat de stad nooit stilstaat. Tijdelijke architecturale ingrepen spelen hierop in door experiment en collectiviteit een plaats te geven in het ontwerpproces. Van een tijdelijke choreografie die ontmoetingen stimuleert tot ruimtelijke interventies die publieke ruimtes toegankelijker maken: het tijdelijke is een krachtig middel om de gebouwde omgeving anders te benaderen en mensen met elkaar te verbinden.
Toch roept deze visie op tijdelijkheid een aantal vragen op. Hoe verhoudt deze manier van denken zich tot de realiteit van de bouwsector? Is tijdelijkheid een spel van de creatieve elite, of biedt het ook realistische oplossingen voor de structurele problemen in steden?
Een van de meest tastbare lessen van de studiedag was de waarde van materialenhergebruik en circulair ontwerpen. Workshops zoals die van Verloren Bekisting en VROOMM.collectif lieten deelnemers werken met gevonden restmaterialen. Dit sluit aan bij bredere Europese initiatieven zoals FCRBE (Facilitating the Circulation of Reclaimed Building Elements) en nationale programma’s zoals Vlaanderen Circulair. De bouwsector produceert immers de grootste afvalstroom in de Europese Unie, en een transitie naar circulair bouwen is essentieel voor duurzaamheid.
Toch blijft de impact van deze kleine, tijdelijke constructies beperkt. Ondanks de creativiteit en de visueel interessante resultaten, belanden sommige van deze structuren uiteindelijk op de afvalhoop. Kleinschalige experimenten zullen op zichzelf geen systemische verandering teweegbrengen. Om echt verschil te maken, moeten projectontwikkelaars, steden en grote bouwfirma’s circulaire principes integreren in hun beleid. Striktere regelgeving en prioriteit voor hergebruik zijn cruciale stappen in deze richting.
Waar tijdelijke ingrepen wel direct impact hebben, is in de manier waarop mensen hun omgeving ervaren. Dit werd duidelijk in workshops zoals Bebe Books’ manifesto voor inclusieve ruimte, Club Dérive’s Interactive Mapping, Leon’s participatieve dansworkshop en Valentijn Goethals’ protest tegen onbenutte ruimte. Tijdelijkheid geeft de mogelijkheid om alternatieve perspectieven te verkennen en ruimte letterlijk en figuurlijk in te nemen.
Zoals Leslie Kern in Gentrification is Inevitable, and All the Other Lies stelt: “While direct actions are fleeting, their effects can be deeply transformative for the people involved, offering a sense of empowerment and a space to forge new (…) collectiveness.” Dit is een essentieel inzicht. Zelfs als de fysieke constructies verdwijnen, blijven de nieuwe perspectieven en inzichten bestaan. De echte waarde van deze workshops ligt dus niet in het eindproduct, maar in de manier waarop ze ons leren anders te kijken naar ruimte, interactie en gemeenschappelijkheid.
Een kritische kanttekening bij de studiedag is dat het thema collectiviteit onderbelicht bleef. Tijdens individuele gesprekken en in de workshops zelf werd duidelijk dat samenwerking essentieel is, zowel bij circulair bouwen als bij tijdelijke stedelijke ingrepen. Toch kreeg dit thema te weinig nadruk in het overkoepelende programma.
In de bouwsector wordt samenwerken steeds belangrijker, omdat een lineair ontwerpproces niet langer volstaat om de complexe uitdagingen van vandaag het hoofd te bieden. Participatief ontwerp, waarin zowel bewoners als professionals betrokken worden, kan leiden tot flexibele, veranderingsgerichte projecten die beter inspelen op de behoeften van de samenleving. Tijdelijkheid kan hierin een rol spelen als een testfase waarin nieuwe samenwerkingen en ideeën worden uitgeprobeerd.
Eén van de meest fundamentele uitdagingen blijft de rol van tijd in het architectuurontwerp. In een samenleving die draait om productiviteit en efficiëntie, wordt tijd vaak gezien als een kostenpost. Alles moet zo snel mogelijk gebeuren. Maar goede architectuur vraagt tijd: tijd om samen te werken, om diverse stemmen te horen en om echt te luisteren naar de noden van de gebruikers.
Projecten met een tijdsspanne van 20 tot 50 jaar kunnen in een goed geplande economie leiden tot duurzame en inclusieve publieke ruimtes, sociale woningen en andere essentiële voorzieningen. Maar zelfs binnen de korte tijdsduur van tijdelijke projecten (variërend van een dag tot enkele jaren) kunnen betekenisvolle invullingen ontstaan. Tijdelijke ingrepen bieden niet alleen een experimenteerruimte, maar kunnen ook een verbindende en versterkende rol spelen in stedelijke ontwikkeling.
De studiedag Het Moment bood waardevolle inzichten in de rol van tijdelijkheid in architectuur, zowel op praktisch als conceptueel niveau. Tijdelijkheid meer is dan een overbrugging tussen vaste stadia; het is een kans om architectuur te benaderen als een dynamisch proces, waarin experiment en collectiviteit centraal staan.
Toch blijft de uitdaging om deze inzichten te vertalen naar bredere structurele veranderingen in de bouwsector en stedelijke ontwikkeling. Tijdelijkheid kan een krachtig middel zijn om alternatieve bouwsystemen, samenwerkingen en ruimtelijke invullingen te verkennen. Maar om deze ideeën duurzaam te verankeren, is er een fundamentele verschuiving nodig in hoe we tijd en proces waarderen binnen architectuur.
Tijd nemen – zowel in tijdelijke projecten als in permanente ontwerpen – is geen luxe, maar een noodzaak voor een meer inclusieve en duurzame stedelijke omgeving.