Studenten, laat van u horen.
Inigo Custers, masterstudent aan de UGent, vakgroep Architectuuur & Stedenbouw, vraagt zich af waarom studenten geen plek hebben op het Architectuur Platform Gent. Ze maakte een verslag op van de Grote Vergadering voor het studentenblad van De Loeiende Koe, De Koebel, in de novembereditie 2022.
Donderdag 13 oktober trok ik naar Engagement in Gent: De grote vergadering van het Architectuurplatform Gent. De middag werd georganiseerd door Archipel in samenwerking met Architectuurplatform Gent, dat op dit moment een heropstart kent. Het architectuurplatform hield een open discussiedag waar je als belanghebbende kon deelnemen aan debatten die onder andere als doel hadden om de verdere invulling van het Architectuurplatform uit te bouwen.
Ik koos voor het thema ‘Ontwerpen voor Gent’. De beschrijving over dit thema was de volgende:
Ontwerpopleidingen werken op Gentse cases, stadsdiensten werken op Gentse cases, musea werken op Gentse cases, kunstenaars en ontwerpers werken…. Hoe kunnen we ontwerpvraagstukken bekijken vanuit verschillende insteken en elkaars inzichten delen? Via lezingen, expo’s etc. Waar zit de meerwaarde, en hoe gaan we dat goed organiseren?
Maarten Van Den Driessche (UGent) en Sylvie Van Damme (KASK/HOGent) waren moderatoren. Verder zaten er nog enkele experten rond de tafel: de decaan van de faculteit Kunst en Architectuur van UHasselt, een professor in de middeleeuwse geschiedenis en een ruimtelijk planner. Ook het ‘publiek’ (dat de volle meter verder zat) nam deel aan het debat. Wat opviel was dat het debat eigenlijk grotendeels over ‘de student’ ging, aangezien er heel wat actoren van verschillende Gentse en niet-Gentse architectuuropleidingen aanwezig waren. Zo zei iemand dat in de opleiding vaak ontwerpvraagstukken gekozen worden over onderwerpen die voor het beleid nog een blinde vlek zijn. Verder werd er gepraat over meer studentenprojecten in samenwerking met de Stad, zodat er daarna nog iets gedaan kan worden met de output. Een vrouw claimde dat ‘het belangrijk is dat studenten beseffen dat ze verschillende rollen kunnen opnemen als architect’. Iemand anders zei ‘dat hij merkte dat studenten enorm geïnteresseerd zijn als hun opgaven dicht bij de realiteit komen.’ Ik had het gevoel dat ik een indringer was in een gesprek dat normaal gezien ver boven ons hoofd gevoerd wordt.
Tegelijkertijd voelde ik een beetje verontwaardiging; Waarom wordt er niet meer moeite gedaan om de studenten te betrekken bij dit soort gesprekken? Er werd nergens gesuggereerd dat ‘de’ student, als hoofdzakelijke gespreksonderwerp, ook aan het woord zou moeten komen. Zou het niet mooi zijn moest het Gents Architectuurplatform een plek worden waar ook de studenten kunnen samenkomen om ideeën uit te wisselen en kennis te maken met actoren zoals Stad Gent, SOGent en het Design Museum? Echter was ik wel lichtjes gecharmeerd door de manier waarop er over ons (al zou mét ons, dus beter geweest zijn) gesproken werd. Het idee dat de studio-output van studenten zou kunnen bijdragen aan de realiteit gaf me het gevoel dat onze output en onze capaciteiten waardevol worden geacht. Iemand sprak zelfs over ‘het inzetten van de expertise van de student’. Al geloof ik zelf niet bepaald dat ik een ‘expertise’ in dit vakgebied bezit, was het toch fijn dit te horen.
Verder zijn er in dit 60 minuten durend debat, al verliep het wat chaotisch, nog enkele interessante zaken naar voren gekomen. Iemand van de vakgroep sociaal werk hield een pleidooi over multidisciplinariteit en wat het voor Gent kon betekenen als sociologen en architecten hun krachten zouden bundelen. Een ander stelde dan weer dat ze haar studenten zelf hun ontwerpopgaven laat formuleren zodat ze leren om de noden van een bepaalde plek te identificeren, maar dat in de praktijk de architect/stedenbouwkundige vaak gebonden is aan zeer sterk gedefinieerde ontwerprichtlijnen en een programma van eisen. Iemand anders opperde dat architectuuropleidingen een soort van ‘eindshow’ zouden kunnen organiseren waarin ze het werk van hun studenten naar buiten brengen zoals dat gebeurt aan bijvoorbeeld de modeacademie. Iemand haalde ook aan dat er eigenlijk geen enkele samenwerking is tussen studenten van verschillende architectuuropleidingen. Studenten van UGent en KULeuven Campus Sint-Lucas kennen eigenlijk geen enkele interactie, halen soms zelfs hun neus op naar elkaar. Dit is raar, we werken allemaal in dezelfde stad en komen later samen in het werkveld terecht, maar hebben momenteel totaal geen zicht op elkaar (die enkele schakelstudenten even buiten beschouwing gelaten). Vroeger bestond er Studio Open Stad, waarin studenten uit verschillende architectuuropleidingen samen kwamen. Wordt het niet eens tijd een gelijkaardig initiatief terug te brengen?
Uiteindelijk moet ik concluderen dat ‘Engagement in Gent’ mij stof tot nadenken heeft gegeven. Het heeft me doen inzien hoe belangrijk het is dat wij als student op dit soort evenementen aanwezig zijn, dat we meegenomen worden in het verhaal en dat we onze stem durven laten horen, ook al worden we misschien niet expliciet uitgenodigd. Kom jij volgende keer ook?